Recensie: The Road to Little Dribbling – Bill Bryson

Vandaag was het weer tijd voor het boekenpanel van De Wereld Draait Door. Het Vlaamse panellid, Wouter Cajot, koos voor het nieuwe boek van Bill Bryson. Daar doe je me uiteraard een groot plezier mee, want ik vind dat Bryson een veel groter publiek verdient. Dus ik deel graag deze recensie nogmaals met jullie. De Nederlandse vertaling, De weg naar Little Dribbling is inmiddels verschenen.

Wie mijn blog regelmatig volgt weet inmiddels wel dat Bill Bryson mijn favoriete auteur is. Waar mogelijk tip ik een van zijn boeken, maar een recensie schreef ik nog niet eerder. Met het verschijnen van The Road to Little Dribbling moest daar maar eens verandering in komen. Zeker omdat dat weer eens een ouderwets reisboek is. Ik kon niet wachten, dus las vast de Engelse versie, maar begin november januari 2016 verschijnt de Nederlandse vertaling, De weg naar Little Dribbling.

Over het boek
Recensie Review The Road to Little Dribbling - Bill BrysonBill Brysons kennis over Groot-Brittannië ontwikkelde zich van ‘weet bijna niets’, naar ‘grondige vertrouwdheid’, tot ‘complete verbijstering: wat weet ik eigenlijk weinig’. Ineens realiseert Bryson zich namelijk dat hij in een land woont dat zich zo snel ontwikkelt dat het hem vreemd aandoet, een plek vol beroemdheden wier namen en talenten hij niet kan onderscheiden, acroniemen die hem moeten worden uitgelegd, gespreksonderwerpen die hij niet langer kan volgen. En precies op dat moment wordt Bryson opgeroepen om een test te doen voor het Brits staatsburgerschap. Twintig jaar na zijn eerste kennismaking met Groot-Brittannië, dat hij uitgebreid heeft beschreven in Een klein eiland (Notes From a Small Island) – een van de meest geliefde reisboeken van de afgelopen decennia – besluit hij tot een gloednieuwe reis om ‘zijn’ land te herontdekken. Wederom leidt dat tot hilarische anekdotes waarmee hij de typische kijk van de Engelsen op hun eiland schitterend tot uitdrukking weet te brengen.

Mijn mening over het boek
Bryson kan over elk willekeurig onderwerp enorm boeiend schrijven (van Shakespeare tot het ontstaan van het heelal en van alles in en rond het huis tot honkbal), maar ik vind hem vooral erg sterk als reisschrijver. Het grappige is dat hij helemaal niet het prototype reiziger is. Sterker nog, hij is een nerveuze reiziger. Die overal gevaar ziet, onhandig is en weinig durft. Misschien ben ik daarom wel zo dol op zijn reisboeken, want voor mij hoeft het ook allemaal niet té avontuurlijk. Gelukkig heeft Bryson wel een scherpe blik, een flinke dosis humor en zelfspot en oog voor de wat minder spectaculaire dingen die een plaats of land de moeite waard maken.

In The Road to Little Dribbling is Bryson wat dat betreft weer ouderwets op dreef. Hij besluit, twintig jaar na Notes from a Small Island, nogmaals door Groot Brittannië te reizen. Via de zelfbenoemde Bryson-line reist hij in losse ettappes van Bognor Regis in het uiterste zuiden naar Cape Wrath in het noorden. Zich verwonderend over de teloorgang van de diverse pieren in badplaatsen, zich verbazend over de schoonheid van de Britse natuur en zich drukmakend over de staat van het land is hij op zijn best. Heel veel spectaculairs gebeurt er eigenlijk niet op zijn reizen, maar juist dát is waar Bryson in uitblinkt. In op het oog doodnormale situaties toch nét even dat ene detail met droge humor of stijgende verbazing beschrijven waardoor het ineens wel de moeite waard wordt.

Als Amerikaan die al jaren in Engeland woont kijkt hij tegelijk met de verwondering van een toerist naar Groot Brittannië als met de kritische blik van een ware Brit. Eigenlijk precies zoals hij dat op omgekeerde manier doet wanneer hij over Amerika schrijft. Hierdoor wordt duidelijk hoeveel Bryson van Groot Brittannië houdt, maar blijven de eigenaardigheden van de Britten hem ook altijd opvallen. Beiden weet hij op zo’n ongedwongen en geestige manier te beschrijven dat je je tijdens het lezen al even in een groezelige Britse pub waant, waar de lokale verhalenverteller, Bill Bryson in dit geval, je even uit de doeken doet hoe het met het land gesteld is.

Af en toe moet Bryson wel een beetje oppassen dat hij niet te veel een zeurende oude man wordt, want de strekking is wel vaak dat het vroeger allemaal beter was. Een van zijn stokpaardjes is dat er tegenwoordig zoveel afval op straat slingert. Gelukkig ‘zeurt’ hij op zijn Brysoniaans, dus het blijft uitermate vermakelijk (en geef toe, dat iedereen zomaar alles op straat kwakt in plaats van even twee meter door te lopen naar een prullenbak is ook enorm storend).

The Road to Little Dribbling is weer ouderwets genieten voor Bryson liefhebbers. Als je nog nooit eerder iets van Bryson las, kun je prima hiermee beginnen. Dan kun je daarna gelijk door met alle andere (reis)boeken.

Titel: The Road to Little Dribbling
(Nederlandse vertaling, De weg naar Little Dribbling, verschijnt 2 november 2015 januari 2016)
Auteur: Bill Bryson
Uitgeverij: Random House (in Nederland Atlas Contact)
ISBN: 9780857522344
MirandaLeest zegt: Dit is weer een ouderwets fijne Bill Bryson. Voor iedereen die dol is op droge humor, nieuwsgierig is naar Groot Britannië of ook niet zo’n avontuurlijke reiziger is (danwel een combinatie van deze drie).

Benieuwd geworden naar The Road to Little Dribbling? Je bestelt deze eenvoudig via onderstaande links bij Bol.com. De Nederlandse vertaling verschijnt op 2 november in januari 2016. Of lees je vast in voor de verfilming van A Walk in the Woods (Terug in Amerika), deze draait vanaf december in de Nederlandse bioscopen.

5 gedachten over “Recensie: The Road to Little Dribbling – Bill Bryson”

  1. Bill Bryson is ook mijn favoriete auteur. Niemand heeft ooit Nederland in slechts een hoofdstukje beter, grappiger en waarheidsgetrouwer neergezet dan hij en daarbij hoefde hij geen enkele bezienswaardigheid te beschrijven. Zijn observaties van de dame van de VVV en de eigenaar van een klein hotelletje waren genoeg. Bill spaart niets en niemand en vooral zichzelf niet en zegt wat wij allemaal denken. Hij wordt niet gehinderd door stereotype beelden van landen en volken want hij kijkt vooral naar alles vanuit zijn eigen denkraam van de lichtelijk naive, onhandige reiziger, met een fascinatie voor historische grappige details. Ik sla wel eens een bladzijde over als hij uitweidt bij het graf van een vergeten genie of zo, om op de volgende bladzijde weer een hoestbui van het lachen te krijgen bij een andere observatie. Qua humor is hij absoluut meer Engels dan Amerikaans maar juist zijn “split personality” maakt hem uniek. Ik hou van al zijn boeken, maar zijn reisboeken zijn meesterwerken. Niet om informatie vergaren maar vooral als hij ons, minder avontuurlijke reizigers een lachbui van herkenning en leedvermaak geeft. Lees vooral ook eens A walk in te woods. en dan met name de passage van de beer en het nagelschaartje en weet: sukkels rule the world!

  2. Hallo Miranda,

    Leuke recensie! In alle bescheidenheid doet het boek in jouw beschrijving mij erg denken aan hoe lezers op mijn “Italiaanse Toestanden” reageren, waarin ik mijn avonturen als Nederlander in Italie heb beschreven. Misschien vind je het leuk om dat ook te lezen? Ik kan je een exemplaar (epub) mailen. Groet, Stef

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.